Voorbereiden storten schuimbeton

Voordat kan worden begonnen met een schuimbetonvloer, moeten de deuren verwijderd zijn, zodat ze geen belemmering vormen voor het storten van het schuimbeton en de zandcement dekvloer.

De randstrook of het randfoam mag niet hoger zitten dan 1 tot 2 centimeter boven de hoogte van de zandcement dekvloer. Lager mag wel, dat de strook 3 tot 4 cm in het schuimbeton zakt, maar het mag absoluut niet hoger zitten.

Zet eventueel bij twijfel een laser neer, zodat je 100% zeker weet dat het randfoam op een goede manier tegen de muur aanzit.

Het randfoam moet in de hoeken goed strak in de hoeken zitten, eventueel insnijden, zodat de hoeken niet rondlopen. Ronde hoeken of folie kunnen absoluut niet omdat dit problemen geeft met de eindvloer, bijvoorbeeld een pvc-vloer.

Zorg dat er altijd voldoende geventileerd kan worden door ramen en deuren open te zeten. Zorg er ook voor, dat er geen huisdieren naar binnen kunnen.

Zorg dat het folie aan de onderkant van de schouw zit, of aan de onderkant van het stucwerk zodat het geen belemmering vormt voor het plakken van het randfoam. Plak het randfoam dus aan de onderkant van de muur.

Maak een tempex kist zodat de mensen van de vloerverwarming deze op de gewenste hoogte af kunnen zagen zodat ze daar een kistje kunnen maken voor een luikje bij de watermeter. Zorg dat het luikje zo klein mogelijk wordt in verband met de pvc-vloer.

Gebruik geen hout, want dat is moeilijk weg te slopen en te zagen. Maak een goede pvc-kist van pvc-platen, gebruik drukvast tempex van 5 cm dik.

Zorg ervoor dat het folie niet strak zit maar juist heel losjes zodat het niet kan scheuren bij het storten van het schuimbeton.

Maak verschillende vakken, bijvoorbeeld de keuken, de hal, de bijkeuken en de woonkamer. Zo kun je in vakken werken. Je brengt eerst het eerste vak op hoogte, dan doe je het tweede vak en dan het derde vak.

Mocht je tekort hebben, dan zijn er altijd al gedeeltes op de juiste hoogte afgewerkt. Mocht het weglopen, dan loopt het altijd maar in één ruimte weg en nooit over de hele ruimte.

Zorg dat alle gaten en kieren goed zijn dichtgepurd en afgeplakt zodat het schuimbeton niet van het ene vak in het andere vak kan lopen.

Zorg dat rioolpijpen die eventueel in de schuimbetonvloer gestort worden goed vastliggen zodat ze niet kunnen gaan drijven in het schuimbeton. Schuimbeton drukt namelijk heel makkelijk rioolpijpen omhoog omdat schuimbeton zwaarder is dan lucht.